Een sleutelschakelaar toevoegen

In deze sectie wordt beschreven hoe u een sleutelschakelaar toevoegt aan iLOQ S10 Manager.

Ga als volgt verder.

  1. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar verbonden is, en gereed voor gebruik.
  2. Voeg een formatteertaak aan de token toe.
  3. Selecteer Basisgegevens > Overzicht cilinders.

  4. Selecteer Cilinder toevoegen.
  5. Selecteer Cilinder toevoegen.
  6. Voer de benodigde informatie in, en selecteer R10S.3.x als Cilinder.
  7. Selecteer Volgende.
  8. Selecteer de relaisconfiguratie in het keuzemenu <Relaisconfiguratie selecteren>.

    Voor meer informatie raadpleegt u Relaisconfiguraties.

  9. Selecteer de relaismodus in het keuzemenu <Selecteer relaismodus>.

    Zie Relaismodi.

  10. Voer de benodigde extra informatie in.
  11. Selecteer Volgende.
  12. Selecteer de toegangsrechten voor de cilinder.

    Het standaardtoegangsrecht wordt automatisch toegevoegd voor de cilinder.

    1. Selecteer het gewenste toegangsrecht in de lijst aan de linkerkant.
    2. U kunt als volgt de selectie van toegangsrechten beheren met de pijlknoppen:
      • — Klik op de knop Pijlen Rechts om alle items te verplaatsen naar de selectielijst.
      • — Klik op de knop Pijl Rechts om de geselecteerde items te verplaatsen naar de selectielijst.
      • — Klik op de knop Pijl Links om de geselecteerde items te verwijderen uit de selectielijst.
      • — Klik op de knop Pijl Rechts om alle items te verwijderen uit de selectielijst.
  13. Indien noodzakelijk, stelt u de cilinder in op het behandelen van tijdgrenzen door het selectievakje Cilinder behandelt sleuteltijdgrenzen in te schakelen.
    Opmerking:

    Als een sleutel tijdsbegrensd is, maar de cilinder behandelt geen sleuteltijdgrenzen, functioneert de sleutel onafgebroken.

  14. Als u een andere dan de Basis relaisconfiguratie hebt geselecteerd, wordt er een matrix geopend, waarin u via selectievakjes kunt aangeven welk toegangsrecht elke relais bestuurt.
  15. Selecteer Volgende.
  16. Selecteer Volgende.
  17. Selecteer een van de opties hieronder:
    • Laat cilinders in planningsstatus — Selecteer Laat cilinders in planningsstatus als u de cilinder in de planningsstatus wilt laten staan, en verder wilt gaan met het plannen van het vergrendelingssysteem zonder, bijvoorbeeld, fysieke cilinders te programmeren.

    • Cilinders autoriseren — Selecteer Cilinders autoriseren als u weet dat de cilinderdefinities definitief zijn, maar u de cilinder later wilt programmeren.

      Voor meer informatie, raadpleegt u Cilinders autoriseren.

    • Cilinders autoriseren en programmeren — Selecteer Cilinders autoriseren en programmeren:
      • Als u weet dat de cilinderdefinities definitief zijn, en u de cilinder onmiddellijk wilt programmeren.
      • Voor cilinders die nog niet zijn geïnstalleerd in de gebouwen.

      Voor meer informatie, raadpleegt u Programmering van cilinders.

    • Taken autoriseren en overdragen aan programmeerapparaat — Selecteer Taken autoriseren en overdragen aan programmeerapparaat als u een bevestigde cilinder implementeert en deze wilt programmeren door de Programmer los te koppelen van de computer, en deze over te dragen aan de te implementeren cilinder. U kunt dit slechts voor één cilinder tegelijk doen.

      Opmerking:

      In dit geval hebt u twee taken met betrekking tot de cilinder: een formatteertaak op de token en een programmeertaak op de Programmer. Plaats de programmeerkabel in de cilinder, wacht op het groene statuslampje, en herhaal dit éénmaal om beide taken te laten uitvoeren.

  18. Selecteer Volgende.
  19. Selecteer Gereed.
  20. Selecteer Sluiten.