S5-sleutels toevoegen

In deze sectie wordt beschreven hoe u S5-sleutels toevoegt aan het iLOQ-sluitsysteem.

Opmerking:

U hebt niet de feitelijke fysieke sleutels nodig wanneer u sleutels toevoegt aan iLOQ Manager 5-serie. U kunt de sleutels definiëren en deze in een latere fase koppelen aan de fysieke sleutels.

Opmerking:

Verplichte velden zijn gemarkeerd met een sterretje (*).

Ga als volgt verder.

  1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht sleutels.

  2. Selecteer Sleutel toevoegen.
    De wizard Sleutel toevoegen wordt geopend.
  3. Selecteer Sleutel toevoegen.
  4. Geef in het veld De naam/beschrijving van de sleutel de sleutel een naam.
    Tip:

    Gebruik bijvoorbeeld de naam “Hoofdsleutel” of “Medewerker”.

    Tip:

    Als u verschillende afzonderlijk genummerde sleutels wilt maken, voert u het begincijfer aan het eind van de naam in. Als u bijvoorbeeld twee sleutels maakt en in dit veld “Sleutel 4” invoert, krijgt u “Sleutel 4” en “Sleutel 5”.

  5. Optioneel: Als er meerdere tijdzones in gebruik zijn, selecteert u de belangrijkste tijdzone in het vervolgkeuzemenu Tijdzone van sleutel.
  6. Geef de Startdatum voor de sleutel op.

    Deze waarde geeft de startdatum en -tijd aan voor de geldigheid van de sleutel. Dat betekent dat de sleutel op deze tijd in gebruik wordt genomen.

  7. Geef de Einddatum voor de sleutel op.

    Deze waarde geeft de einddatum en -tijd aan voor de geldigheid van de sleutel. Dat betekent dat de sleutel op deze tijd uit gebruik wordt genomen.

  8. Indien noodzakelijk, voert u in het veld Geplande retourdatum de geplande retourdatum in.
    Opmerking:

    Dit veld is uitsluitend ter informatie, voor de beheerder. De waarde heeft geen effect op de geldigheid van de sleutel.

  9. Selecteer het sleuteltype S5-sleutel.
  10. Klik op Next (Volgende).
  11. Selecteer of een automatische verlenging van de einddatum al dan niet in gebruik is.

    Als er een einddatum en -tijd voor de sleutel zijn gedefinieerd, kunt u een automatische verlenging van de einddatum voor de sleutel instellen.

    Als de verlenging in gebruik is, kan de gebruiker van de sleutel de eindtijd uitstellen door de sleutel op de onlinelezer te gebruiken. U kunt geen toegang tot sloten krijgen zonder het vervalinterval te verlengen.

    Als u een automatische verlenging voor de sleutel inschakelt, selecteert u het aantal uren vóór het vervalmoment wanneer de nieuwe periode voor u begint. Selecteer de periode van de toevoeging. Selecteer ook de eindtijd voor de verlenging.

  12. Klik op Next (Volgende).
  13. Selecteer het vervalinterval voor sleutels.

    U kunt een vervalinterval voor de sleutel instellen. Het vervalinterval voor sleutels is een beveiligingsvoorziening die vereist dat de gebruiker regelmatig sleutels van de server vernieuwt, zodat toegangsrechten altijd zijn bijgewerkt.

    Als er een standaard vervalinterval voor sleutels van het systeem is opgegeven, wordt deze voorgesteld voor de sleutel. U kunt een sleutelspecifiek vervalinterval opgeven door de voorgestelde tijd te bewerken.

    Een Key Fob is standaard een offlineapparaat. In dat opzicht is het vervalinterval voor sleutels gelijk aan de geldigheidsduur van de Key Fob.

    Wanneer een Key Fob echter verbinding maakt met een server, wordt het vervalinterval voor sleutels gereset. Een Key Fob maakt draadloos, op afstand verbinding met een server met behulp van de iLOQ FobApp-applicatie.

  14. Klik op Next (Volgende).
  15. Optioneel: Selecteer het perceel voor de sleutel.
  16. Klik op Next (Volgende).
  17. Indien noodzakelijk, selecteert u de persoon aan wie de sleutel wordt overhandigd.

    Wanneer u een grote hoeveelheid sleutels aan het maken bent, selecteert u in deze fase nog geen persoon.

    Tip:

    Als de gewenste persoon niet staat vermeld op de persoonlijst, kunt u een nieuwe persoon aanmaken door op de rechtermuisknop te klikken en Nieuwe persoon toevoegen te selecteren.

  18. Klik op Next (Volgende).
  19. Optioneel: Selecteer de zone voor de sleutel.

    Deze keuze bepaalt de gebruikerszones waarin de sleutel zichtbaar is.

  20. Klik op Next (Volgende).
  21. Selecteer de toegangsrechten voor de sleutel
    1. Selecteer de gewenste toegangsrechten in de lijst aan de linkerkant. Selecteer, bijvoorbeeld, "Loper toegangsrecht" voor de "Loper".
    2. U kunt als volgt de selectie van toegangsrechten beheren met de pijlknoppen:
      • — Klik op de knop Pijlen rechts om alle items naar de lijst te verplaatsen.
      • — Klik op de knop Pijl rechts om het geselecteerde item of de geselecteerde items naar de lijst te verplaatsen.
      • — Klik op de knop Pijl links om het geselecteerde item of de geselecteerde items uit de lijst te verwijderen.
      • — Klik op de knop Pijlen links om alle items uit de lijst te verwijderen.
  22. Klik op Next (Volgende).
  23. Geef tijdsprofielinstellingen voor de sleutel op.

    Selecteer een van de volgende opties:

    • Tijdsprofielen niet in gebruik - Tijdsprofielen zijn niet in gebruik op de sleutel.

    • Tijdsprofielen selecteren - Selecteer deze optie om tijdsprofielen voor de sleutel te selecteren.

      U kunt als volgt de selectie van tijdsprofielen beheren met de pijlknoppen:

      • — Klik op de knop Pijlen rechts om alle items naar de lijst te verplaatsen.
      • — Klik op de knop Pijl rechts om het geselecteerde item of de geselecteerde items naar de lijst te verplaatsen.
      • — Klik op de knop Pijl links om het geselecteerde item of de geselecteerde items uit de lijst te verwijderen.
      • — Klik op de knop Pijlen links om alle items uit de lijst te verwijderen.

      Bij selectie van:

      • Een vast tijdsprofiel kunt u de inhoud ervan in het gebied aan de rechterkant bekijken.

      • Een bewerkbaar tijdsprofiel kunt u de inhoud voor deze specifieke sleutel in het gebied aan de rechterkant bekijken en bewerken.

  24. Klik op Next (Volgende).
  25. Selecteer de hoofdzone voor de sleutel.

    De hoofdzone definieert de zone waaruit de blocklist van de sleutel wordt opgehaald. Zie Hoofdzone van de sleutel.

  26. Klik op Next (Volgende).
  27. Selecteer het aantal aan te maken sleutels.

    Kies ook de naamconventie voor de sleutels. De opties zijn:

    • Gelijknamige maken — Alle sleutels krijgen dezelfde naam.

    • Opeenvolgende nummers — Sleutels worden afzonderlijk genummerd.

  28. Klik op Next (Volgende).
  29. Selecteer hoe u verder wilt gaan:
    • Laat sleutel in planningsstatus — Selecteer Laat sleutel in planningsstatus als u de sleutel in de planningsstatus wilt laten staan, en de sleutel later wilt programmeren.

    • Sleutel autoriseren — Selecteer Sleutel autoriseren als u de programmeertaak wilt aanmaken maar deze later wilt uitvoeren, of als u de sleutel op afstand wilt programmeren via een telefoon.

    • Autoriseren en uitstellen programmering via hotspot — Selecteer Autoriseren en uitstellen programmering via hotspot als u de programmeertaak wilt uitstellen tot de sleutel wordt gebruikt via de hotspot voor sleutelprogrammering.

      Definieer ook de tijd vanaf wanneer de programmeertaak beschikbaar is via de hotspot voor sleutelprogrammering.

      Deze optie is alleen zichtbaar als het iLOQ Online System en de hotspotfunctie voor sleutelprogrammering zijn ingeschakeld.

      Deze optie kan alleen voor sleutelwijzigingen worden gebruikt, niet voor nieuwe sleutels.

    • Sleutel autoriseren en programmeren — Selecteer Sleutel autoriseren en programmeren als u de programmeertaak wilt aanmaken en deze onmiddellijk wilt uitvoeren.

    • Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen — Selecteer Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen als u de programmeertaak wilt aanmaken, deze onmiddellijk wilt uitvoeren voor een sleutel, en de sleutel wilt overhandigen.

  30. Klik op Next (Volgende).
  31. Er wordt een overzichtsvenster weergegeven.
  32. Klik op Ready (Gereed).
  33. Leg de sleutel boven op de programmeersleutel.
  34. Klik op Next (Volgende).
  35. Optioneel: Wanneer u Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen hebt geselecteerd, kiest u of u een overhandigingsdocument wilt afdrukken.

    Er wordt een nieuw tabblad in iLOQ Manager 5-serie geopend met daarop het overhandigingsdocument.

  36. Klik op Close (Sluiten).